Hoe bereken je de treksterkte van kabels en draden?

Of je nu kabels door leidingen trekt of ze installeert in kabelrupsen of andere bewegende toepassingen, kabels en draden worden in industriële omgevingen vaak aan trekkrachten blootgesteld. Het slechts één keer overschrijden van de maximaal toelaatbare trekkracht kan al leiden tot onherstelbare schade aan de aders, isolatielagen of de complete kabelconstructie—met als gevolg dure stilstanden en veiligheidsrisico’s. Om dit te voorkomen is het belangrijk de maximaal toelaatbare trekkracht correct te berekenen.

De maximaal toelaatbare trekkracht van een kabel hangt grotendeels af van drie factoren:

1. Kabelconstructie en materialen
2. De diameters van koperen geleiders
3. Bedrijfsomstandigheden

Voor permanent geïnstalleerde kabels met een geconcentreerde of geslagen constructie moet de volgende formule worden gebruikt om de treksterkte te berekenen:

Maximale treksterkte (Ftu) = 50 N × aantal aders × kabeldoorsnede (in mm²)

Voorbeeld: Een kabel met 4 aders en een doorsnede van 2,5 mm² heeft een maximale treksterkte van:
Ftu = 50 N × 4 × 2,5 = 500 N

Afhankelijk van de wijze van installatie gelden de volgende grenswaarden voor trekkracht:

• Permanent geïnstalleerde kabels en draden: tot 50 N/mm²
• Bewegende toepassingen (bijv. kabelrupsen): aanzienlijk verminderde treksterkte
  (gegevens volgens VDE 0298-3)

Zelfs voorgemonteerde kabels met plus hebben vaak een aanzienlijk lagere treksterkte, omdat ook de mechanische sterkte van de verbinding en de stekker in aanmerking moet worden genomen.

Tip van HELUKABEL: Vermijd tijdens de installatie scherpe buigradii en hoge treksnelheden. Gebruik hulpmiddelen die speciaal zijn ontworpen om bij het trekken te helpen en zorg ervoor dat je de aanbevelingen van de fabrikant met betrekking tot de maximale trekkracht opvolgt. Als je twijfelt, helpen wij je graag met toepassingsspecifieke berekeningen of advies.