Waar hangt de stroomcapaciteit van kabels en geleiders eigenlijk van af?
De doorsnede van de geleider speelt een zeer belangrijke rol. Hoe kleiner deze is, hoe groter de elektrische weerstand van de geleider. Een constante stroom verwarmt een geleider met een kleine doorsnede veel meer dan een geleider met een grotere doorsnede. Een te kleine gekozen geleiderdoorsnede leidt dus tot schade aan de omringende materialen door de optredende warmte. Dit kan leiden tot uitval van de geleider en in het ergste geval tot smeulen en brand. Maar ook de omgeving waarin een kabel of geleider wordt gelegd is van belang voor het stroomvoerend vermogen. Dit begint met de omgevingstemperatuur waarbij hoe hoger het is in hetzelfde medium (lucht of in de grond), hoe lager het stroomdragende vermogen. Bovendien moet ook rekening worden gehouden met de installatiemethode van de kabel. Alleen kabels of geleiders die in de open lucht zijn geïnstalleerd, hebben een grotere maximaal toelaatbare stroomcapaciteit dan die met meerdere in één installatiekanaal. De stroombelastbaarheid van kabels en geleiders is gedefinieerd in DIN VDE 0298-4, DIN VDE 0276-603, DIN VDE 0276-620 en DIN VDE 0276-1000, afhankelijk van het kabel- en geleidertype. Deze normen geven een overzicht van de stroomvoerende capaciteit van alle kabel- en geleidertypen voor de gebruikelijke omgevingsomstandigheden. Wij van de technische ondersteuning van HELUKABEL GmbH kennen deze normen en hebben jarenlange ervaring op het gebied van stroomvoerende capaciteit van kabels en geleiders. Wij helpen u graag bij het kiezen van de juiste kabel of geleider.